

Verkeer
Hoe brengt en haalt u uw kind van/naar school
Met de auto?
Rijd rustig in de buurt van de school. Parkeer uw auto niet voor de schoolingang. Parkeer niet dubbel. Parkeer niet op de stoep. Parkeer zo dat het overige verkeer er nog door kan en voorkom onoverzichtelijke situaties voor andere ouders en kinderen. Parkeer uw auto op een parkeerplaats of op een veilige plek.
Laat jonge kinderen niet alleen oversteken, maar doe dat samen en loop even mee naar het schoolplein. Komt u uw kind met de auto halen en parkeert u aan de overkant? Wacht dan niet in of bij de auto, maar loop naar het schoolplein. Wacht daar op uw kind en steek samen over.
Laat kinderen uitstappen aan de stoepkant.
Overweeg of u niet beter lopend of met de fiets uw kind naar school kunt brengen/halen.
Maak afspraken met uw kind!
-
Doe altijd de veiligheidsgordel om.
-
Laat kinderen altijd achterin zitten.
-
Leid de bestuurder niet af, hij of zij moet op het verkeer letten.
-
Blijf van ramen en deuren af.
-
Stap pas uit als ik het zeg (jonge kinderen).
-
Kijk goed uit bij het openen van de autodeur (oudere kinderen).
Met de fiets?
Zorg voor een veilig zitje en voetsteunen. Stop bij school op een veilige plaats. Laat uw kind op een veilige plaats afstappen, bijvoorbeeld op de stoeprand.
Blokkeer de stoep niet met uw fiets, maar zet hem even weg.
Maak afspraken met uw kind!
-
Niet wiebelen. U kunt gaan slingeren of zelfs vallen.
-
Voeten goed op de steunen houden.
Samen fietsen?
Zorg dat de fiets van uw kind in orde is. Laat uw kind aan de binnenkant fietsen. Steek bij een kruispunt pas over als er geen verkeer aankomt. Blokkeer de stoep niet met uw fietsen, maar zet ze in de stalling.
Maak afspraken met uw kind!
-
Maak een stopafspraak. Als u STOP zegt, stopt uw kind direct aan de kant van de weg. (Dit doet u bij gevaar of als u iets uit wilt leggen.)
-
Steek het kruispunt pas over als ik het zeg.
-
Loop met je fiets aan de hand over de stoep naar de stalling. Let op andere kinderen.
Lopend?
Loop de route die uw kind later ook alleen moet (kunnen) lopen. Zo raakt uw kind gewend aan de verkeerssituatie onderweg. Vertel geregeld wat u doet en waarom. Kijk samen uit voor het oversteken. Stop daarbij voor de stoeprand of aan de kant van de weg.
Wacht niet aan de overkant van de straat op het uitgaan van de school, maar haal uw kind op bij de uitgang van de school. Het zal dan niet onverwacht alleen oversteken.
Maak afspraken met uw kind!
-
Niet vooruit hollen of treuzelen, maar bij u blijven.
-
Pas oversteken als u het zegt.